boswilgen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boswilgen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbɔswɪlɣə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bos·wil·gen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

deboswilgenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord boswilg

Gangbaarheid

  • Het woord 'boswilgen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.