boterkoekje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boterkoekje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bo·ter·koek·je

Zelfstandig naamwoord

hetboterkoekjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord boterkoek

Gangbaarheid

  • Het woord boterkoekje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.