boterschaaltjes

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boterschaaltjes    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbotərˌsxalcəs/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bo·ter·schaal·tjes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

deboterschaaltjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord boterschaal
     Daarna vulde zij de glazen boterschaaltjes, sneed plakjes koek en kaas en zette alles op de blankgeschuurde aanrecht in afwachting van de belletjes die meestal na acht uur rinkelden.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'boterschaaltjes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Schutteväer-Velthuys, N.
    “Dieuwertje” (1939), Gottmer, Haarlem, p. 89
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.