boterschalen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boterschalen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbotərˌsxalə(n)/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bo·ter·scha·len
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

deboterschalenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord boterschaal
     In 'n lange, wijdopen schuur àchter het huis worden planken op schragen gelegd en volgedragen — met gesneden stoete, boterschalen, ketels vol koffie.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'boterschalen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Koopmans, Marie
    “Mooi-Mienken en 'n smokkelkönnig” (1936), Thieme, Zutphen, p. 237
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.