boutte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boutte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bout·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bouten |
boutte
- enkelvoud verleden tijd van bouten
- Ik boutte.
- Jij boutte.
- Hij, zij, het boutte.
- Ik boutte.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.