boutte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boutte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bout·te

Werkwoord

vervoeging van
bouten

boutte

  1. enkelvoud verleden tijd van bouten
    • Ik boutte. 
    • Jij boutte. 
    • Hij, zij, het boutte. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.