bracht teweeg
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bracht teweeg (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bracht te·weeg
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
teweegbrengen |
bracht teweeg
- enkelvoud verleden tijd van teweegbrengen
- Ik bracht teweeg.
- Jij bracht teweeg.
- Hij, zij, het bracht teweeg.
- Ik bracht teweeg.
Gangbaarheid
- Het woord bracht teweeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.