brandbaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  brandbaar    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbrɑndbar/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • brand·baar
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van branden met het achtervoegsel -baar
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen brandbaarbrandbaarderbrandbaarst
verbogen brandbarebrandbaarderebrandbaarste
partitief brandbaarsbrandbaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

brandbaar

  1. de potentie hebben te kunnen branden
    • Kerosine is een zeer brandbare vloeistof. 
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord brandbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.