branders

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  branders    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bran·ders

Zelfstandig naamwoord

debrandersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord brander

Gangbaarheid

  • Het woord branders staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / bɾɑnəʃ /
Woordafbreking
  • bran·ders
Naar frequentie zeldzaam

Zelfstandig naamwoord

branders

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van brand

Zelfstandig naamwoord

branders

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van brande
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.