breder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  breder    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bre·der

Bijvoeglijk naamwoord

breder

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van breed
     'Dit kan dus niet,' mompelde hij toen hij de bedragen las. Toen Jeroen de bedragen nogmaals bij elkaar optelde, kwam hij echter tot dezelfde eindconclusie. 'Dit kan dus wél. ' De glimlach op zijn gezicht werd breder.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord breder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.