breid uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: breid uit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- breid uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitbreiden |
breid uit
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbreiden
- Ik breid uit.
- gebiedende wijs van uitbreiden
- Breid uit!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbreiden
- Breid je uit?
Gangbaarheid
- Het woord breid uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.