breit af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  breit af    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • breit af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afbreien

breit (…) af

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbreien
    • Jij breit af. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbreien
    • Hij breit af. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afbreien
    • Breit af! 

Gangbaarheid

  • Het woord breit af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.