brobbeltje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  brobbeltje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbrɔbəlcə/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • brob·bel·tje
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

hetbrobbeltjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord brobbel
    • Geen wonder, dat bij elke veroordeeling de huismoeders de voortreffelijkheid van de verordening prezen en hun achterdocht allengs voelden verminderen. „Geen verdacht brobbeltje meer op de melk”. [1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'brobbeltje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.