broekbalken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  broekbalken    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbruɡbɑlkə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • broek·bal·ken
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

debroekbalkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord broekbalk
     Voor brugdwarsliggers en broekbalken wordt eiken- en beukenhout gebruikt.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'broekbalken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Wechel, A. te
    “Het hout. Eigenschappen, winning en gebruik.” (1923), P. van Belkum Az., Zutphen, p. 226
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.