bruikt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bruikt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bruikt

Werkwoord

vervoeging van
bruiken

bruikt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bruiken
    • Jij bruikt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bruiken
    • Hij bruikt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bruiken
    • Bruikt! 

Gangbaarheid

  • Het woord bruikt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.