brult uit

Uitspraak

• Geluid:  brult uit    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• brult uit

Woordherkomst en -opbouw

uit brult (werkwoord) en uit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

brult (...) uit

1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbrullen
   

   • Jij brult uit. 

2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbrullen
   

   • Hij brult uit. 

3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitbrullen
   

   • Brult uit! 

Gangbaarheid

• Het woord brult uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.