bruuskeert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bruuskeert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bruus·keert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bruuskeren |
bruuskeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bruuskeren
- Jij bruuskeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bruuskeren
- Hij bruuskeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bruuskeren
- Bruuskeert!
Gangbaarheid
- Het woord bruuskeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.