bryte sammen
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ˡbɾyːtə sɑmən/
Woordafbreking
- bry·te sam·men
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
bryte sammen
- overgankelijk breken, ineenstorten, instorten
- «Tribunen brøt sammen under vekten.»
- De tribune stortte in onder het gewicht.
- «Tribunen brøt sammen under vekten.»
- overgankelijk, (figuurlijk) uitvallen
- «All kommunikasjon brøt sammen under uværet.»
- Alle communicatie viel tijdens de onweer uit.
- «All kommunikasjon brøt sammen under uværet.»
- overgankelijk, (figuurlijk) afbreken
- «Forhandlingene har brutt sammen.»
- De onderhandelingen zijn afgebroken.
- «Forhandlingene har brutt sammen.»
- overgankelijk, (figuurlijk) uitbarsten
- «Han brøt sammen i gråt.»
- Ze barst in tranen uit.
- «Han brøt sammen i gråt.»
- overgankelijk, (figuurlijk), (medisch) flauwvallen, in elkaar zakken, instorten
- «På grunn av min sykdom har jeg flere ganger brutt sammen.»
- Vanwege mijn ziekte ben ik herhaaldelijk ingestort.
- «På grunn av min sykdom har jeg flere ganger brutt sammen.»
Synoniemen
- [1]: briste
- [1]: gå i stykker
- [5]: falle sammen
- [5]: kollabere
- [5]: kollapse
- Nynorsk: [1-5]: bryta saman, bryte saman
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.