sammen

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈsɑmən /
Woordafbreking
  • sam·men
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse bijwoord saman
Naar frequentie 118

Bijwoord

sammen

  1. samen, gemeenschappelijk
    «Hvordan henger dette sammen
    Hoe werkt dit samen?
    «Han ble tatt som gissel sammen med en lokal tolk.»
    Hij werd gegijzeld samen met een lokale tolk.
  2. ineen, bijeen, in elkaar
Afgeleide begrippen
  • [1]: blande sammen, bryte sammen, føre sammen, klappe sammen
  • [2]: krype sammen, synke sammen, krølle sammen (et papir), slå sammen (en paraply), pakke sammen
Verwante begrippen
  • [1]: i fellesskap
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: ta seg sammen
gemene zaak maken
zich aaneensluiten
  • [2]: sitte tett sammen
naast elkaar zitten
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.