buikgriepje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  buikgriepje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • buik·griep·je

Zelfstandig naamwoord

het buikgriepje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord buikgriep

Gangbaarheid

  • Het woord buikgriepje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.