buikjes

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  buikjes    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • buik·jes

Zelfstandig naamwoord

debuikjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord buik
     Met barstensvolle buikjes hervatten ze hun spelletjes.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord buikjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.