buitententen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  buitententen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbœytə(n)ˌtɛntə(n)/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bui·ten·ten·ten
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

debuitententenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord buitentent
     Naast de bungalowtent wordt getracht nieuwe modellen te brengen, die het voordeel van de bungalowtent, de luifel, zo goed en zo kwaad als het kan overnemen. Gewone tenten dus, die met ruime buitententen in de figuur van luifels worden overkapt.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'buitententen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Amsterdam van dag tot dag : Ruimteschip, kuiken, hekmotor, stokloze tent, zelfsluiter.” (22 maart 1963) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.