buizen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  buizen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bui·zen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘zuipen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1540 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
buizen
buisde
gebuisd
zwak -d volledig

Werkwoord

buizen

  1. zakken voor een examen
Vaste voorzetsels
  • buizen voor
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

debuizenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord buis

Gangbaarheid

  • Het woord buizen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.