bundelde samen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bundelde samen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bun·del·de sa·men

Werkwoord

vervoeging van
samenbundelen

bundelde samen

  1. enkelvoud verleden tijd van samenbundelen
    • Ik bundelde samen. 
    • Jij bundelde samen. 
    • Hij, zij, het bundelde samen. 

Gangbaarheid

  • Het woord bundelde samen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.