samenbundelen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: samenbundelen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsamə(n)ˌbʏndələ(n) / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- sa·men·bun·de·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van samen bw en bundelen ww
Werkwoord
samenbundelen
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| samenbundelen |
bundelde samen |
samengebundeld |
| zwak -d | volledig | |
- verschillende zaken tot één sterker geheel samenvoegen
- ▸ „Waar ze in sommige landen nog echt bezig zijn met de basisbehoeften, kijken we in Nederland al naar problemen in de toekomst. Onze kracht ligt in het samenbundelen van onze kijk op de wereld.’’[1]
- ▸ Tevens denkt de commissaris aan subsidies voor het aantrekken van toponderzoekers, het inhuren van adviseurs voor innovatie en het stichten van centra waar bedrijven hun onderzoek kunnen samenbundelen.[2]
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord samenbundelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Overijssels debatkampioen uit Daarle: laat je stem horen” (22-10-2016), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Kroes komt met regels staatssteun innovatie” (19 september 2005), Reformatorisch Dagblad
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.