bunzinkje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bunzinkje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bun·zin·kje
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

hetbunzinkjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bunzing

Gangbaarheid

  • Het woord bunzinkje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.