buspakjes

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  buspakjes    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbʏspɑkjəs/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bus·pak·jes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

debuspakjesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord buspakje
     De onderneming richt zich op de bezorging van geadresseerd drukwerk, zoals transactiepost, direct mail, tijdschriften en buspakjes.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'buspakjes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
47 %van de Nederlanders;
51 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Cerberus
    “Sandd krijgt gelijk: EZ zat fout met achterhouden overlegstukken PostNL (fotobijschrift)” (24 okotober 2018) op destentor.nl
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.