caerse

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
caerse
caía
caído
volledig

Werkwoord

caerse

Woordafbreking
  • ca·er·se
  • wederkerend
  1. laten vallen
  2. afvallen, afzakken (van kleding)
  3. omvallen
  4. uitvallen, afvallen (van haar, bladeren)
  5. bedroefd worden
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.