calculeer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  calculeer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • cal·cu·leer

Werkwoord

vervoeging van
calculeren

calculeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van calculeren
    • Ik calculeer. 
  2. gebiedende wijs van calculeren
    • Calculeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van calculeren
    • Calculeer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord calculeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.