calotten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  calotten    (hulp, bestand)
  • IPA: /kaˈlotə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ca·lot·ten
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

decalottenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord calotte
     Ontdek tot 3 maart 2024 onze vitrine: Afstudeerhoeden, petten en calotten.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'calotten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron Gearchiveerde versie
    Vinciane Godfrind
    “Pop-upvitrine: De studenten” (18 januari 2024) op mannekenpis.brussels
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.