cancelar

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
cancelar
cancelaba
cancelado
volledig

Werkwoord

cancelar

  • overgankelijk
  1. annuleren, afzeggen
  2. afbestellen
  3. betalen, voldoen (van schuld)
  4. opheffen, ongeldig verklaren
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.