capituleert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  capituleert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ca·pi·tu·leert

Werkwoord

vervoeging van
capituleren

capituleert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van capituleren
    • Jij capituleert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van capituleren
    • Hij capituleert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van capituleren

Gangbaarheid

  • Het woord capituleert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.