casad

Schots-Gaelisch

Zelfstandig naamwoord

casad

  1. hoest

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
casar

casad

  1. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van casar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.