casseert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  casseert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • cas·seert

Werkwoord

vervoeging van
casseren

casseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van casseren
    • Jij casseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van casseren
    • Hij casseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van casseren
    • Casseert! 

Gangbaarheid

  • Het woord casseert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.