castigeerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  castigeerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • cas·ti·geer·de

Werkwoord

vervoeging van
castigeren

castigeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van castigeren
    • Ik castigeerde. 
    • Jij castigeerde. 
    • Hij, zij, het castigeerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord castigeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.