cedeerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  cedeerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ce·deer·de

Werkwoord

vervoeging van
cederen

cedeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van cederen
    • Ik cedeerde. 
    • Jij cedeerde. 
    • Hij, zij, het cedeerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord cedeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.