certificar

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
certificar
certificaba
certificado
volledig

Werkwoord

certificar

  • overgankelijk
  1. certificeren, certifiëren, waarmerken
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.