chipte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  chipte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • chip·te

Werkwoord

vervoeging van
chippen

chipte

  1. enkelvoud verleden tijd van chippen
    • Ik chipte. 
    • Jij chipte. 
    • Hij, zij, het chipte. 

Gangbaarheid

  • Het woord chipte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.