coïteerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: coïteerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- co·i·teer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
coïteren |
coïteerden
- meervoud verleden tijd van coïteren
- Wij coïteerden.
- Jullie coïteerden.
- Zij coïteerden.
- Wij coïteerden.
Gangbaarheid
- Het woord coïteerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.