coöpereren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  coöpereren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • coö·pe·re·ren, co·ope·re·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Franse coopérer (met het achtervoegsel -eren)
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
coöpereren
coöpereerde
gecoöpereerd
zwak -d volledig

Werkwoord

coöpereren

  1. inergatief samenwerken
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord coöpereren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.