cohabiteerden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  cohabiteerden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • co·ha·bi·teer·den

Werkwoord

vervoeging van
cohabiteren

cohabiteerden

  1. meervoud verleden tijd van cohabiteren
    • Wij cohabiteerden. 
    • Jullie cohabiteerden. 
    • Zij cohabiteerden. 

Gangbaarheid

  • Het woord cohabiteerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.