coiffeert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  coiffeert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • coif·feert

Werkwoord

vervoeging van
coifferen

coiffeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van coifferen
    • Jij coiffeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van coifferen
    • Hij coiffeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van coifferen
    • Coiffeert! 

Gangbaarheid

  • Het woord coiffeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.