collaboratortje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  collaboratortje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • col·la·bo·ra·tor·tje

Zelfstandig naamwoord

hetcollaboratortjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord collaborator
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.