collaborator

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  collaborator    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • col·la·bo·ra·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord collaborator collaboratoren
collaborators
verkleinwoord collaboratortje collaboratortjes

Zelfstandig naamwoord

decollaboratorm

  1. (beroep) iemand die collaboreert, een medewerker
Verwante begrippen
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'collaborator' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.