commuteert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  commuteert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • comĀ·muĀ·teert

Werkwoord

vervoeging van
commuteren

commuteert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van commuteren
    • Jij commuteert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van commuteren
    • Hij commuteert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van commuteren
    • Commuteert! 

Gangbaarheid

  • Het woord commuteert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.