comptabel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  comptabel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • comp·ta·bel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘rekenplichtig, verantwoordelijk’ voor het eerst aangetroffen in 1593 [1]
  • afgeleid van het Franse comptable (met het voorvoegsel com-) [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen comptabelcomptabelercomptabelst
verbogen comptabelecomptabelerecomptabelste
partitief comptabelscomptabelers-

Bijvoeglijk naamwoord

comptabel [3]

  1. rekenplichtig (verplicht tot rekening en verantwoording over gevoerd financieel beheer)
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord comptabel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
46 %van de Nederlanders;
51 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.