concilieert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  concilieert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • con·ci·li·eert

Werkwoord

vervoeging van
conciliëren

concilieert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van conciliëren
    • Jij concilieert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van conciliëren
    • Hij concilieert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van conciliëren
    • Concilieert! 

Gangbaarheid

  • Het woord concilieert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.