concilieert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: concilieert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- con·ci·li·eert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
conciliëren |
concilieert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van conciliëren
- Jij concilieert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van conciliëren
- Hij concilieert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van conciliëren
- Concilieert!
Gangbaarheid
- Het woord concilieert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.