concipieert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  concipieert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • con·ci·pi·eert

Werkwoord

vervoeging van
concipiëren

concipieert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van concipiëren
    • Jij concipieert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van concipiëren
    • Hij concipieert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van concipiëren
    • Concipieert! 

Gangbaarheid

  • Het woord concipieert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.