confabuleerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: confabuleerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- con·fa·bu·leer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
confabuleren |
confabuleerde
- enkelvoud verleden tijd van confabuleren
- Ik confabuleerde.
- Jij confabuleerde.
- Hij, zij, het confabuleerde.
- Ik confabuleerde.
Gangbaarheid
- Het woord confabuleerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.