confabuleerden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  confabuleerden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • con·fa·bu·leer·den

Werkwoord

vervoeging van
confabuleren

confabuleerden

  1. meervoud verleden tijd van confabuleren
    • Wij confabuleerden. 
    • Jullie confabuleerden. 
    • Zij confabuleerden. 

Gangbaarheid

  • Het woord confabuleerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.