confabuleert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  confabuleert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • con·fa·bu·leert

Werkwoord

vervoeging van
confabuleren

confabuleert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van confabuleren
    • Jij confabuleert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van confabuleren
    • Hij confabuleert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van confabuleren
    • Confabuleert! 

Gangbaarheid

  • Het woord confabuleert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.